Realisme en verleiding - by Framdon
- Frans Donders
- Oct 17, 2013
- 3 min read
Voor de actieve ontwikkeling en ondersteuning van ondernemerschap bij studenten bestaan uitgesproken voor en tegenstanders. De tegenstanders huldigen het standpunt dat ondernemen bij uitstek iets is wat je zelf doet, waarvoor je intrinsiek gemotiveerd bent en waarvoor externe hulp niet nodig is. De 'extremisten' in dit kamp hebben zelfs de opvatting dat onderwijs en vooral ondersteuning van startende ondernemers wel eens averechts kan werken, omdat je toekomstige ondernemers op die manier 'lui' maakt.
De voorstanders hanteren vanzelfsprekend andere argumenten. In een economische en maatschappelijke omgeving zoals de Nederlandse, die van oudsher risico-avers is, is ondernemerschap lange tijd gezien als een risicovolle activiteit. Als gevaarlijk leven. En hoewel mensen - zeker jonge mensen - alles in zich hebben om actief en ondernemend in het leven te staan en uitdagingen aan te gaan, zijn zij meestal afkomstig uit gewone gezinnen. Gezinnen met ouders voor wie het hoogst haalbare de afgelopen decennia niet het zelfstandig ondernemerschap, maar een vast dienstverband bij een stabiele organisatie was. Tijdens hun schoolloopbaan hebben deze jongeren ook zelden te maken gekregen met ondernemerschap. Sterker nog, de meeste scholen zijn nog altijd gericht op de ontwikkeling van kennis en in het gunstigste geval van vaardigheden voor een beroepsgerichte of academische loopbaan. En ondernemer is geen academische graad en wordt meestal ook niet beschouwd als een beroep.
Om die reden is het van belang dat in het onderwijs de aandacht voor de mogelijkheden, kansen en bedreigingen van ondernemerschap voor de nieuwe generaties op een realistische en liever nog enthousiasmerende manier voor het voetlicht wordt gebracht. Liefst op zo jong mogelijke leeftijd, wanneer de jeugdige ontdekkings- en ondernemersdrift nog niet is gedoofd door vastliggende schoolprofielen, studieschema's en procedures. Het is dan ook goed om te zien dat de aandacht voor ondernemerschap toeneemt bij veel pedagogische academies en basisscholen, in het vo zoals bij het Entreprenasium en het International Business College, in het mbo in bijvoorbeeld de Ondernemersacademie en in het hoger onderwijs, waarin de laatste jaren een snel toenemend aantal Centers of Entrepreneurship actief is.
Terug naar de voor en tegenstanders. De tegenstanders van ondernemerschapsondersteuning hebben gelijk in hun opvatting dat we het studenten niet te makkelijk moeten maken. Dat zou inderdaad averechts kunnen werken. Anderzijds moeten we het creatieve en innovatieve talent van onze jonge mensen zo goed mogelijk zien te benutten en zorgen dat ze hun kennis en competenties kunnen valoriseren, tot economische en maatschappelijke waarde maken. Dat ze daarvoor ondernemend moeten zijn, is geen punt van discussie. Wat ook niet ter discussie staat, is dat we ze kunnen helpen bij de bewustwording van de mogelijkheden en hindernissen van het zelfstandig ondernemerschap. En bij het op een goede manier starten van een ondernemende loopbaan in een een bedrijf of als zelfstandig ondernemer.
De vraag is wat mij betreft dus niet zozeer of we leerlingen en studenten moeten helpen, maar veel meer hoe we dat het beste kunnen doen. Het antwoord op deze vraag is in het Groningse Center of Entrepreneurship gegeven met het 'Groninger Model' en de 'Gouden route', waarin early awareness, open en intracurriculair onderwijs, design thinking, effectuation en vooral maatwerk en zelfsturing van de ondernemende student centraal staan. Het belang hiervan is in deze tijd groter dan ooit tevoren.
Ondernemen doe je weliswaar zelf, maar zeker niet alleen.
Frans M. Donders
Voor wie me wil volgen op twitter: @framdon
Yorumlar